Werking van de mobiele telefoon

Alexander Bell was de uitvinder van de telefoon. Waarschijnnlijk had hij toen nooit kunnen denken dat we ooit nog eens met een klein telefoongje op zak zouden lopen en overal vandaan konden bellen. Benieuwd hoe een mobiele telefoon nu werkt?

Eerst het oude model

Alexander Graham Bell had een school voor dove kinderen en leerden ze liplezen. In 1876 vroeg hij patent aan op de telefoon, deze kreeg hij. In maart van dat jaar gebruikte hij de eerste telefoon en sprak tegen zij assistent de inmiddels beroemde woorden uit: Mr. Watson, come here. I want to see you. Dit waren de allereerste woorden die door een telefoon gingen.

De mobiele telefoon

Vanaf 1876 is er heel wat ontwikkeling geweest in de telefonie. Vooral in de laatste jaren van de 20e eeuw ging het heel snel. De techniek schoot vooruit. In de jaren vijftig van de 20e eeuw kwamen de mobilofoons, waarbij je over moest roepen. Een telefoniste schakelde toen nog tussen de mobilofoons. De eerste echte mobiele telefoons (zonder tussenkomst van een telefoniste) waren de autotelefoons. Deze netwerken waren analoog. De autotelefoons waren zo groot, dat ze alleen in een auto gebruikt konden worden, of je moest met een kruiwagen over straat willen.

Tweede generatie mobiele telefonie

De huidige GSM oftewel mobiele telefoon behoort tot de tweede generatie mobiele telefonie. Analoog heeft plaatsgemaakt voor digitaal. De frequentie is verbetert waardoor de mobiele telefoon overal bereikbaar is. (bijna overal dan)

Bellen met de mobiele telefoon

Hoe werkt het nu allemaal? Allereerst druk je een nummer in. Doordat je een combinatie van cijfers intoets, gaan er tonen met een bepaalde frequentie vanuit. Deze tonen gaan als radiogolven de lucht in, en gaat naar een zendmast. De zendmast is het basisstation. Van hieruit gaat het signaal op twee manieren naar de centrale computer: of via kabels in de grond, of via een straalverbinding door de lucht.

Wanneer het signaal bij de centrale computer aankomt, wordt deze doorgestuurd naar de ontvanger. De centrale computer moet wel weten waar de ontvanger zich bevind, daarom worden er met regelmaat kleine signalen door elke mobiele telefoon gestuurd naar de centrale computer.

Wil je weten hoe vaak jouw mobieltje een signaal naar de centrale computer stuurt? Leg je mobiel dan eens naast een radio die aanstaat. Je hoort dan regelmatig een getik op de radio, dit zijn de radiogolven die verzonden worden en die de radio omzet in geluid. Jouw mobiel verstuurt de positie waar jij je bevind, je abonnement etc. Zo weet de centrale computer precies waar je bent.

Big brother is watching you

Heel weinig mensen realiseren het zich: maar als jij met je mobieltje rond loopt, is te achterhalen welk traject jij aflegt. Nou wordt dit alleen gebruikt in geval dat justitie eraan te pas moet koen, maar er zijn ook hobbyisten die mensen achterhalen. Wanneer de telefoon uitstaat ben je niet zo makkelijk te achterhalen. Ook in bepaalde gebieden, zoals onder de grond, in een parkeergarage of in een metalen gebouw, wordt er geen signaal uitgezonden.