Elektronische muziek: de synthesizer
Koud, kunstmatig en onpersoonlijk? Muziek gemaakt met machines heeft een minder warm imago dan muziek gemaakt met piano en gitaar. Toch kunnen elektronische muziekinstrumenten juist heel persoonlijk zijn.
Elektronische muziek maken
Heftige piep- en kraak-geluiden komen uit een soort sigarenkistje. Meer dan een printplaat met een elektronische schakeling, een klein luidsprekertje en een batterij is het wonderlijke apparaatje niet. Je kunt deze 'analoge synthesizer' bespelen door met je vingers over de metalen 'toetsen' te schuiven. Mensen die traditioneel ingesteld zijn, zullen de zogeheten 'cracklebox' misschien niet eens een muziekinstrument willen noemen. Maar zo is het houten kistje wel bedoeld. Het apparaat is in de jaren zeventig van de vorige eeuw ontwikkeld door de Amsterdamse Studie voor Elektro-instrumentale Muziek. Deze stichting biedt onderdak aan experimentele elektronische muziek en onalledaagse elektronische muziekinstrumenten. Artiesten die een nieuw geluid ontwikkelen, kunnen bij deze Amsterdamse studio terecht om te experimenteren.
Geschiedenis is kort
Hoewel de eerste experimenten met elektronische muziek uit de negentiende eeuw stammen, is de synthesizer zoals we hem nu kennen, nog behoorlijk jong. Pas in de jaren zestig van de vorige eeuw kwam de eerste bruikbare synthesizer op de markt. Dat was nog een groot onhandig apparaat, waarbij meer tijd ging zitten in het programmeren dan het musiceren. De eerste exemplaren konden maar één toon tegelijk produceren, dus het was onmogelijk om een akkoord aan te slaan. Pas in de jaren zeventig kwamen polyfone synthesizers. In de begintijd waren het dus tamelijk beperkte instrumenten.
Met de komst van de eerste digitale synthesizers werd al veel meer mogelijk. Tegenwoordig is het zelfs niet meer nodig een apart apparaat aan te schaffen. Er zijn genoeg synthesizers die alleen uit software bestaan. Ook de kwaliteit van synthetische geluid is met sprongen vooruit gegaan. Al vanaf de begintijd probeerden de fabrikanten hun apparaten te laten klinken als andere instrumenten. Helaas was het resultaat niet altijd even overtuigend. Maar tegenwoordig kun je elektronische muziek maken die klinkt alsof zij met traditionele instrumenten tot stand is gekomen. Het is nu namelijk mogelijk een instrument 'door te berekenen'. Met die berekening kan het geluid precies nagebootst worden. Ook gebruikten synthesizers tegenwoordig samples, oftewel korten opnamen, van instrumenten.
Toetsen zijn niet nodig
Je hebt nu een heel nieuwe generatie muzikanten die geen noot muziek kan lezen, maar die wel waanzinnige muziek maakt. De synthesizer in softwarevorm is dus wel toegankelijk. Als een synthesizer bediend zou moeten worden als een viool of saxofoon, dan was het instrument een stuk minder laagdrempelig geweest. Maar bij elektronische instrumenten maakt het voor het geluid niet uit hoe de bediening werkt. De toetsen van synthesizers zijn een soort veredelde lichtknoppen. Je kunt net zo goed andere schakelaars gebruiken. En dat wordt dan ook volop gedaan.
Vader van de synthesizer
Robert Moog is een legendarische naam op het gebied van de synthesizer. Moog geldt dan ook als de vader van de synthesizer. Deze inmiddels overleden pionier begon al op zeer jonge leeftijd te knutselen met elektronica. In de jaren '60 bracht hij een synthesizer met pianoklavier op de markt. Zelfs bij dit gebruikersvriendelijke model duurde het uren om het apparaat te programmeren. In 1970 volgde de 'minimoog'. Deze legendarische draagbare synthesizer kon wel iets minder dan de grote broer, maar deze machine kon met schakelaars geprogrammeerd worden. En dat scheelde in elk geval een hoop tijd. Deze oude synthesizers hebben een zeer eigen geluid. Ze zijn dan ook nog altijd gewild en worden, in aangepaste vorm, nog steeds gemaakt.