De multimeter voor beginners
In een opwelling koop je een interessant uitziende multimeter. Een beetje knutselaar heeft er eentje, dus jij nu ook. Al gauw kom je erachter dat je toch iets van de hoed en de rand moet weten om hem te gebruiken. Waar is hij nu? Werkt de batterij nog? Wat? Batterij?
On/off
Een rode knop waar on/off bij staat geeft aan of hij aanstaat of niet. Als hij aanstaat betekent dit dat de batterij van de multimeter wordt gebruikt, het scherm geeft cijfers aan. Doet hij niets dan staat hij op 'off' of je moet de batterij vervangen. Vergeet niet het toestel uit te schakelen als je hem niet gebruikt, de batterij loopt anders leeg.
Veiligheid en waarschuwing
Doe niet iets wat je niet begrijpt. Stop geen pennen in een stopcontact, zonder dat je het weet ben je in een andere wereld. Neem de gevaardriehoekjes op het apparaat in acht, lees waar ze voor staan.
Zwarte en rode draden.
Bij de multimeter heb je een rode en een zwarte draad, met aansluitingen en pennen. Steek de zwarte aansluiting in de COM-ingang en de rode aansluiting in de V/Ω-ingang of mA-ingang. In plaats van pennen zie je ook krokodillenklemmetjes.
Wat is elektriciteit?
Elektriciteit is het verplaatsen van elektronen. Bij gelijkstroom (DC) lopen de elektronen steeds één richting op. Bij wisselstroom (AC) keert de richting 50 maal per seconde om (50Hz). Als op een plaats meer elektronen zijn dan op een andere plaats geeft dat spanningsverschil. Het is natuurlijk dat een teveel naar een te weinig gaat, daarom lopen batterijen leeg als je ze niet gebruikt. Elektronen kunnen zich het beste verplaatsen in metalen, dit heet geleiding.
Functieschakelaar
In het midden zie je een schakelaar die je kunt draaien. Voordat je eraan draait, verwijder je de (rode/zwarte) testsnoeren van een meetkring. Met de functieschakelaar geef je aan wat je wilt testen. Zie de symbolen. Batt = batterij. A~ = Ampère (wisselstroom: AC); A-... = Ampère (gelijk stroom: DC). V~ = Volt (wisselspanning: AC); V-... = Volt (gelijkspanning: DC). Ω = Weerstandsymbool = Ohm. AC = Alternating Current, wisselstroom. DC = Direct Current, gelijkstroom. De elektriciens en jij gebruiken de multimeter om de spanning, stroom en weerstand te meten.
Potentiaalverschil tussen beide polen, voltage
Om een idee te krijgen van de hoeveelheid spanning zijn hier wat gegevens:
- 1,2 volt uit een oplaadbare batterij (uit een batterij en accu loopt altijd gelijkstroom DC)
- 12 volt uit een auto-accu (twee polen: rood geeft + aan, zwart geeft - aan)
- 220 volt uit een wandcontactdoos (AC). Wisselspanningsbronnen hebben geen positieve en negatieve polen: de polariteit wisselt steeds. (wees voorzichtig bij het meten van de spanning uit een netsnoer, zet functieschakelaar op 750 of maximaal, raak de pennen niet aan! Vermijd elektrocutie)
- 400 volt (krachtstroom)
- 380 000 volt (hoogspanningslijnen)
- miljoenen volt (bliksem)
Het testen van een batterij
Doe de zwarte aansluiting in de COM-ingang en de rode aansluiting in de V/Ω-ingang. Zet de functieschakelaar op de BATT-functie, 1,5 V of bij een rechthoekige batterij 9 V. Druk op de on-knop (aanzetten). Verbind de testsnoeren met de batterij + en -, en lees het LCD-scherm. Nu weet je of de batterij in orde is.
Graaf Volta
De Italiaanse graaf Alessandro Giuseppe Antonio Anastasio Volta (1745-1827) is de ontdekker van de elektrische batterij. De spanning wordt in Volt gemeten, naar Volta.
Meten van spanning
Zorg dat er geen spanning staat op het te meten voorwerp: dus batterijen of stekker eruit. Bij alles wat op een batterij of accu werkt gebruik je de gelijkspanningsmeting (V DC). In apparaten zitten vaak rode draden aan de +(plus)pool en zwarte aan de -(min)pool. Zet de meter
parallel aan het te meten object. De meter mag nooit op weerstandsmeting staan (Ω). Doe de zwarte aansluiting in de COM-ingang en de rode aansluiting in de V/Ω-ingang. Zet de functieschakelaar op het hoogste bereik in het V-gebied (bij V DC is dat bijvoorbeeld 1000 V en bij V Ac is dat bijvoorbeeld 750 V) en verbind de testsnoeren aan de plus- en minpool van het te meten voorwerp. Verlaag daarna het bereik indien nodig. Als je de meetpennen op elkaar houdt gaat de meter (ongeveer) op nul staan. Kom je het symbool '1' tegen op het scherm dan betekent dit dat je de functieschakelaar op een hoger bereik moet zetten.
André-Marie Ampère
De Franse André-Marie Ampère (1775-1836) was een natuur- en wiskundige, een van de ontdekkers van het elektromagnetisme. De stroom wordt in Ampère gemeten.
Meten van stroom
Het zwarte testsnoer gaat in de COM-ingang en het rode testsnoer in de mA-ingang. Er kan een gevarendriehoekje bij staan met de tekst: voor metingen tot 200 mA. [1A = 1000 mA (milliampère )]. Plaats de meter
in serie met het te meten toestel. Zet de functieschakelaar in de A-functie DC of AC met het hoogste bereik (200 mA), verlaag daarna het bereik indien nodig. Verbind de testsnoeren. Een te hoge ingangsstroom zorgt voor een kapotte zekering, die moet je dan vervangen. Gebruik voorlopig de 20A-ingang niet, te gevaarlijk.
Georg Simon Ohm
De Duitser Georg Simon Ohm (1787–1854) was een Duits wis- en natuurkundige. De Wet van Ohm is naar hem vernoemd. Wet van Ohm: spanning (Volt=V) = stroom (ampère=A) x weerstand (ohm=Ω). Of: U = I x R
Meten van weerstand
Zorg eerst dat de te meten kring stroomloos is en dat alle condensatoren ontladen zijn. Plaats de meter
parallel op het te meten object. De zwarte testsnoer gaat naar de COM-ingang, de rode naar de V/Ω-ingang. Functieschakelaar naar Ω-functie en het grootste bereik (20M). Verbind de testsnoeren met de te meten weerstand. Verlaag zo nodig het bereik. Als je het '1' symbool ziet, ga dan over naar een hoger bereik. Voor weerstandsmetingen vanaf 1 Megohm (M) duurt het even voordat je iets op het scherm ziet. Indien een verbinding slecht is, geeft hij oneindig veel ohm aan, indien de verbinding goed is, geeft hij praktisch 0Ω aan. Gebruik de 'continuïteitsmeter' om een schakelaar te testen: zet de functieschakelaar op Ω-functie 200 plus alarmtekentje. Is de verbinding goed dan gaat de meter piepen. Dat is makkelijk. Voor het controleren van een diode: zet de functieschakelaar op 'de pijl +' 2k Ω-functie. Gebruik de testsnoeren. Bij een circuit: haal eerst een weerstand uit een circuit voordat je het gaat meten. Je kunt ook de weerstand van je huid meten, probeer het eens.
Lees verder