De geschiedenis van Wurlitzer
Door een aantal prachtige kasten, waarvan sommigen nog steeds in replicavorm gebouwd worden, is de naam Wurlitzer voor velen synoniem geworden voor jukeboxen. Het mag dan ook geen verrassing zijn dat de meest verkochte jukebox aller tijden ook een Wurlitzer is. Dit artikel gaat verder in op de geschiedenis van het bedrijf.
Het begin
Al in de 17e eeuw maakte de familie
Wurlitzer diverse muziekinstrumenten. Toen de oprichter van Wurlitzer,
Franz Rudolph Wurlitzer, naar
Amerika verhuisde richtte hij in 1856 in
Cincinnati een bedrijf op wat zich initieel bezighield met het importeren van instrumenten gemaakt door zijn familie in
Duitsland. Later echter begon het bedrijf ook met het zelf produceren van onder andere
snaarinstrumenten,
piano’s en
orgels. Hieronder vielen ook de grote orgels die in bioscopen indertijd de geluidloze films begeleidden.
De eerste jukeboxen
De eerste echte stap richting de productie van
jukeboxen kwam met de productie van elektrische piano’s met muntinworp vanaf 1896. Het duurde echter nog tot 1933 voordat het bedrijf zich echt met jukeboxen ging bezighouden. In dat jaar kocht de opvolger van Rudolph Wurlitzer,
Farny Wurlitzer, een gepatenteerd jukeboxmechanisme en stelde hij een aantal specialisten aan om een jukebox hieromheen te ontwerpen. Dit resulteerde in de eerste
Wurlitzer jukebox, de “
Debutante”, geproduceerd vanaf hun nieuwe locatie in
New York. Tegen het eind van de jaren dertig was het bedrijf met een productieaantal van rond de 45.000 modellen per jaar al marktleider op dit gebied, wat mede te danken was aan een uitermate goed marketingteam.
Tegen het einde van de jaren dertig werd ook
Paul Fuller aangesteld om de jukeboxen te ontwerpen, wat hij met veel succes deed tot diep in de veertiger jaren. Zijn ontwerpen werden beroemd door de vloeiende vormen met veel plastic en verlichting. Tijdens de tweede wereldoorlog echter werd door schaarste aan metalen en plastics (deze waren immers nodig voor de oorlogsindustrie) veelvuldig gebruik gemaakt van hout en glas om toch jukeboxen te produceren (zoals de
Wurlitzer 42 “
Victory”). Het was tevens in 1941 dat de fabriek gedwongen werd door de overheid om ook onderdelen te fabriceren voor de oorlogsindustrie en dat de productie verhuisde naar
Chicago.
De bloeiperiode
Toen na de oorlog de productie van jukeboxen weer ten volste hervat kon worden, presenteerde het bedrijf in 1946 de
Wurlitzer 1015. Dit model, ook wel “
bubbler” genoemd, werd de best verkochte jukebox aller tijden. In de jaren daarna stapte Wurlitzer, net als andere jukeboxfabrikanten langzaam over van 78toeren naar 45toeren, stereo geluid en meerdere selecties. Uiterlijk ondergingen de latere modellen ook veranderingen. Waar de 78toeren machines nog veel hout en plastics hadden, werden de 45toeren machines vooral uitgevoerd met veel chroom. In 1956 zag ook de
Wurlitzer 2000, de eerste Wurlitzer met 200 selecties, het licht. Deze zogenaamde “
centennial” werd gepresenteerd ter viering van het 100jarig bestaan van het bedrijf. De marktleidende positie van Wurlitzer was toen echter al overgenomen door
Seeburg.
Ondergang
Na de jaren vijftig kwam de geleidelijke ondergang van het jukebox tijdperk. De jukeboxen uit de latere decennia waren vaak dichte vierkante kasten, die in de jaren zeventig ook nog eens met schreeuwerige disco-kleuren waren uitgevoerd. In 1974 werd dan ook de productie van jukeboxen gestaakt. Het bedrijf zelf werd in de jaren tachtig overgekocht door de
Baldwin Piano Company, die echter alleen de merknaam gebruikte voor een aantal pianomodellen. Het recht op de Wurlitzer merknaam voor jukeboxen is in bezit van
Deutsche Wurlitzer, die tegenwoordig onder leiding van
Gibson nieuwe
cd-jukeboxen produceren. Het bekendste moderne model is de
Wurlitzer One More Time (
OMT), die uiterlijk bijna een kopie is van de beroemde Wurlitzer 1015.