Open jukeboxen: Opkomst, ondergang en werderopstand
De jukebox is onlosmakelijk verbonden met de jaren vijftig door films zoals Grease. Hoewel de populariteit van de jukebox in die tijd inderdaad een periode van bloei kende, zou deze de decennia daarna alleen maar afnemen. Toch zouden juist de oude jukeboxen, uit de jaren veertig en vijftig, in de jaren tachtig weer populair worden; dit terwijl ze nog niet lang daarvoor simpelweg vernietigd of weggegooid werden. De populariteit uit de jaren tachtig zorgde echter wel voor een flinke prijsstijging.
Jukeboxen en de mode
De meeste gewilde en duurste jukeboxen komen voornamelijk uit de jaren veertig en vijftig. Deze periode bracht globaal gezien twee verschillende typen jukeboxen voort, de 78-toeren jukeboxen en de 45-toeren jukeboxen. Vroeger werden deze jukeboxen gebruikt om een bepaalde winst te maken op de muziek die gedraaid werd in restaurants of cafés; door de aantrekkelijkheid van de jukebox te vergroten met bijvoorbeeld verlichting, chroom, spiegels, lichteffecten enz werd geprobeerd om sneller klanten naar de jukebox toe te trekken. Het idee hierachter was dan ook dat een mooie jukebox niet alleen bijdroeg aan de inrichting en sfeer op een locatie, maar ook aan de winstgevendheid. Een probleem echter van het gestileerde uiterlijk van de jukebox was de snelle veroudering; waar de mode verder ging, kon de jukebox niet achterblijven. Jukebox fabrikanten speelden hierop in door jaarlijks met nieuwe modellen te komen, welke voldeden aan de laatste mode; uitbaters lieten de jukeboxen vaak echter langer dan een jaar staan. Uitzonderingen hierop waren de duurdere locaties; deze verkochten de oude modellen tweedehands door aan goedkopere barretjes of cafés, zoals de "jukejoints".
Jukejoint
De jukejoints waren plekken waar men als goed gestelde persoon niet graag kwam; deze locaties waren veelal vergeven met drugs en armoede. Het was dan ook geen wonder dat de meeste jukejoints in principe alleen bezocht werden door de armere zwarte onderklasse, die ondanks verbeterende omstandigheden nog steeds te kampen had met racisme. Het behoeft wellicht geen verdere uitleg dat de naam jukebox ontstond uit de naam van deze kroegjes, iets waar de jukeboxfabrikanten initieel niet erg enthousiast over waren. Zij zelf noemden de jukeboxen liever automatic music machine.
Jukebox verhuur
Naast de locaties die zelf een jukebox kochten, waren er ook uitbaters die jukeboxen huurden via verhuurbedrijven. Deze werkten veelal volgens dezelfde principes als tegenwoordig nog steeds gewoon is bij bijvoorbeeld de verhuur van spelautomaten of flipperkasten. De oudere modellen waren goedkoper dan de nieuwe en er werd een percentage van de winst van de jukebox afgestaan. Een mooie, weliswaar oudere, film waarin dit fenomeen voorkomt is "The Girl Can't Help It" uit 1956 met Jayne Mansfield.
Vernietiging en ombouw jukeboxen
Daar de jukeboxfabrikanten nog steeds met het probleem van de jukejoints zaten, werd door Wurlitzer op een gegeven moment een oplossing verzonnen. Het aantal oudere modellen moest simpelweg verminderd worden, van de markt gehaald worden, om te zorgen dat Wurlitzer niet geassocieerd zou worden met de jukejoints; deze jukejoints zouden dan immers geen oude Wurlitzers meer kunnen aanschaffen. Om dit te bereiken werden inruilprogramma's ingesteld, waarbij de oude jukeboxen bij Wurlitzer ingeleverd werden en daar vernietigd werden. Dit laatste lijkt voor veel jukeboxliefhebbers tegenwoordig nogal een radicale oplossing, maar toentertijd werd dit met enthousiasme begroet.
Een andere ontwikkeling kwam toen de 45-toeren jukebox zijn intrede deed. De oude 78-toeren jukeboxen waren nu zowel technologisch als optisch niet meer up to date en werden dan ook massaal vernietigd of omgebouwd naar 45-toeren.
Ondergang en wederopstand jukeboxen
Uiteindelijk zouden jukeboxen in de jaren zestig langzaam uit het straatbeeld verdwijnen; de modellen werden ook minder uitbundig en de entertainment functie van de jukebox werd overgenomen door bijvoorbeeld de TV. Het duurde nog tot de jaren tachtig, toen er in Nederland een ware hype ontstond; oude jukeboxen waren opeens weer gewenst, waar deze vroeger niets meer waard waren werden er nu flinke bedragen neergeteld voor mooie exemplaren. Dit waren de tijden waarin jukeboxen massaal gekocht werden vanuit cafés en particulieren voor prijzen van soms nog geen 100 gulden, om ze na een schoonmaakbeurt of restauratie weer verder te verkopen voor enkele duizenden guldens. Deze lucratieve handel werd, zoals meestal met dit soort hypes, geremd door een snel besef van de waarde van de jukeboxen bij particulieren. De jaren negentig stonden daarom ook al meer in het teken van de import van jukeboxen uit de VS. Tegenwoordig schat men dat Nederland het land is met de grootste "jukeboxdichtheid" ter wereld.